Normaal gesproken spreek je elke dag wel 1 of meerdere mensen. Dat begint al met je ouders, aanhang of gezin, vervolgens school of werk en ’s avonds ga je naar een vereniging of vrienden.
Het zal rond 1988 geweest zijn op een doordeweekse dag dat het anders verliep. Ik woonde op mezelf, had nog geen vriendin en ging ’s ochtends naar mijn werk. Zonder bekenden te hebben gezien kwam ik op mijn werk, ik werkte toen in de telefooncentrale Castricum.
Meestal kwam er nog wel eens een monteur langs, een kabel ploeg en heel soms belde wel eens een klant aan, maar die dag kwam er niemand.
Ik deed mijn onderhoudswerkzaamheden, werkte wat papieren weg en verder waren er weinig bijzonderheden.
Normaal gesproken werd er regelmatig gebeld om storingen door te geven, of er moest een telefoonnummer worden afgesloten of aangesloten. Maar op deze ene dag belde er helemaal niemand.
Uiteindelijk ging ik naar huis zonder iemand gesproken te hebben, ik had geen monteur gezien en niemand had gebeld…
Het was één van die dagen dat je denkt dat niemand je had gemist als je thuis was gebleven 🙂
’s Avonds had ik ook niets bijzonders en uiteindelijk ging ik naar bed.
Deze dag is me bijgebleven omdat het daarna nooit meer is voorgekomen dat ik een hele dag niemand heb gesproken…
Dag grote broer, leuk om deze tekst te lezen, je moet echter wel op je spelling letten, werdt met dt… en dat voor een zoon van een leraar. Groetjes, je kleine zusje!